Dit beleggingsstatuut geeft de uitgangspunten en richtlijnen weer voor het beheer van het vermogen van Stichting Nieuwland. Dit statuut is door het bestuur van de Stichting Nieuwland vastgesteld op 19 december 2014. Periodiek zal het bestuur het statuut opnieuw beoordelen en eventueel aanpassen.
- Algemeen
1.1 De verantwoordelijkheid voor het beheer van het vermogen van de Stichting Nieuwland ligt bij het voltallig bestuur. Het bestuur heeft één bestuurder gemachtigd voor de uitvoering en de implementatie van het beleggingsbeleid, zoals dat in dit reglement is vastgelegd.
1.2 Als uitgangspunt bij het beheren van het vermogen van Stichting Nieuwland dient dit door het bestuur vastgestelde beleggingsstatuut.
1.3 Besluiten met betrekking tot het aanstellen of ontslaan van depotbanken, beleggingsadviseurs of vermogensbeheerders dienen te worden genomen door het bestuur.
- Doelstelling van het vermogen
2.1 Het vermogen dient de statutaire doelstellingen van de stichting te kunnen waarborgen/ondersteunen.
2.2 Hieruit volgt als beleggingsdoelstelling dat rendement (vermogensgroei en/of inkomen) dient te worden gegenereerd om zowel de vaste kosten als de financiële toezeggingen aan projecten te kunnen voldoen.
- Beleggingsmix en beleggingsinstrumenten
3.1 Stichting Nieuwland maakt bij het beheer van haar vermogen een onderscheid tussen Risicomijdende Beleggingen en Zakelijke Waarden.
3.2 Onder Zakelijke Waarden worden onder andere verstaan aandelen, grondstoffen, vastgoed, hedgefunds, ‘non-investment grade’ (‘high yield’) obligaties en private equity alsmede beleggingsfondsen die in de hiervoor genoemde beleggingscategorieën investeren.
3.3 Onder Risicomijdende Beleggingen worden onder andere verstaan: vastrentende waarden met minimaal een ‘investment grade’ BBB-krediet-beoordeling in geval van invulling door individuele titels. In geval van invulling via beleggingsfondsen of indextrackers geldt minimaal een gemiddelde BBB-kredietbeoordeling. Daarnaast worden onder deze categorie verstaan liquiditeiten, saldi op spaarrekeningen, deposito’s en alternatieve beleggingen met een vergelijkbaar risicoprofiel als vastrentende waarden.
3.4 Het is toegestaan om zowel individuele beleggingsinstrumenten te gebruiken als beleggingsfondsen, inclusief ‘trackers’ (= indexvolgers).
3.5 De bandbreedte die Stichting Nieuwland hanteert voor Risicomijdende Beleggingen is 50 tot 100% van het totale vermogen. Voor Zakelijke Waarden geldt een bandbreedte van 20 tot 50%.
3.6 Binnen de categorie Risicomijdende Beleggingen mag een valutarisico worden aangegaan mbt maximaal 20 % van de waarde van de beleggingen in die categorie. De basisvaluta voor de Hendrix Stichting is de Euro.
3.7 Binnen Zakelijke Waarden wordt gestreefd naar meer beleggingen in onroerend goed. In deze categorie mag valutarisico worden gelopen.
3.8 De liquiditeit (verhandelbaarheid) van de beleggingsportefeuille dient te worden gewaarborgd door te bewaken dat bij normale marktomstandigheden tenminste 40% van het vermogen binnen één maand liquide te maken is.
- Aanvullende bepalingen
4.1 De Stichting Nieuwland hecht aan een verantwoorde en duurzame wijze van het beheer van haar vermogen. Bij het te voeren beleggingsbeleid streeft zij er naar geen beleggingen te hebben in bedrijven met activiteiten die sociaal en maatschappelijk gezien verwerpelijk zijn.
4.2 Daarnaast mag niet worden belegd in derivaten zoals opties en futures, tenzij ter afdekking van risico’s, er zijn geen debetstanden toegestaan tbv beleggnigen.
- Verantwoording en rapportage
5.1 De bestuurder die verantwoordelijk is voor de beleggingen, zorgt ervoor dat na afloop van ieder kwartaal een geconsolideerde rapportage van de beleggingen wordt opgesteld.
5.2 Het beleggingsbeleid wordt door het bestuur jaarlijks getoetst aan het beleggingsstatuut en aan de door het bestuur vastgestelde inkomensdoelstelling.
Geijsteren, 19 oktober 2023
J.L.M. van Susante, Voorzitter
C.M. M. Molle, Secretaris